zondag 26 maart 2017

Brief van en aan verdrietige broer

Jorrit schreef een brief aan Siem, ik aan Jorrit... 

Lieve Siem.

De laatste tijd was ik nogal treurig om je. Vrijdag had ik een studiedag, maar vrijdag moesten papa en mama gewoon werken dus was ik een ochtendje alleen thuis. Ik zat wat televisie te kijken en zag bij uitzending gemist dat ik een  heleboel afleveringen van Spangas nog niet had gezien. Ik begon onderaan bij de maandag en begon met kijken. ( kijk anders ook even op Spangas gemist maandag 20 maart.)
                                                                             
Op een gegeven moment kwam er een stukje over een meisje die het Angelman syndroom heeft en niet kan praten. Dat deed me heel veel denken aan Siem want hij kan ook niet praten. Toen kwam er een stukje dat me zo erg aan Siem deed denken dat ik spontaan begon te huilen, maar dat kwam ook omdat ik het zo’ n mooi stukje vond. Ik keek het nog eens en weer begon ik te huilen. 

Om twaalf uur ging ik naar opa en oma, maar ook daar hield ik het niet droog… opa en oma merkten het aan me en vroegen wat er aan de hand was maar dat wilde ik liever niet zeggen. Later liet ik ze ook het stukje ook zien en weer begon ik te huilen, volgens mij had ik die dag alle tranen die ik in me had eruit gehuild! En zelfs bij opa zag ik de tranen in zijn ogen staan…

En vandaag, 1 dag verder en zelfs nu ik dit aan het schrijven ben huil ik nog steeds, om Siem, om het meisje met het Angelman syndroom en om de rest van de wereld.

Groetjes Jorrit.

Lieve Jorrit,

De laatste dagen merk ik dat ik je stiller en rustiger bent dan anders. Als ik je vraag wat er is dan haal je je schouders op en kijk je me somber aan. Maar vertellen wat je dwars zit doe je niet.

Op zaterdagmiddag zeg ik tegen papa dat ik merk dat je niet lekker in je vel zit, maar dat ik niet weet wat er is. Ik ga je zoeken maar kan je nergens vinden. Niet in de kamer, niet op je slaapkamer, niet in de tuin of chillroom. Ik snap er niks van en maak me zorgen. Dan besluit ik bij Siem, die ik even in zijn bed had gezet, te kijken. En daar zit je…

Je zit op een stoeltje tegenover het bed van Siem. Je zit daar, zegt niks en doet niks. De tranen rollen over je wangen. Ik pak je hand vast en neem je mee naar de kamer. Daar gaan we zitten en je begint te vertellen tussen de uithalen en snottebellen door.

Je bent op het stoeltje bij Siem gaan zitten om te ervaren hoe het is als je hetzelfde als Siem niet kan. Je somt van alles op dat Siem niet kan. Je vertelt dat je zo verdrietig bent om Siem. Dan vertel je over een filmpje over een kind met het Angelmansyndroom dat je gezien hebt. Dat het kindje zo op Siem lijkt. Dat dat kindje nooit zal leren praten en dat je beseft dat dat bij Siem ook zo zal zijn.

Ik vraag je wat Siem wel kan, of Siem er zelf last van zal hebben, maar daar wil je het nu duidelijk niet over hebben. En weet je lieve Jorrit? Dat is ook prima… Je verdriet mag er ook zijn!

Maar weet ook, lieve Jorrit, dat je het verdriet niet alleen hoeft te verwerken. We willen er graag voor je zijn. Voor een dikke knuffel, voor een goed gesprek of gewoon om even samen de tranen te laten lopen. Ik houd van je!!

Dikke kus, mama