“Van zulke is bekend
dat de voeten niet snel groeien…” De meneer van de schoenenwinkel heeft het
over Siem. We zijn op zoek naar nieuwe schoenen en de verkoper weet ons dus te
vertellen dat de voeten van gehandicapte mensen minder snel groeien… Los van of
het waar is of niet, het komt wat onhandig uit zijn mond. “Van zulke…” Ik hoor het vaker, en weet dat er helemaal geen
vervelende bedoeling achter zit, maar ik kan er niet aan wennen.
Ik weet nog dat ik zo’n 25 jaar geleden een weekendje met
mijn ouders meeging op de boot. Naast ons lag een boot van een gezin met een zoon
met het syndroom van Down. Toen die zoon tijdens het vissen uitgleed en tot
zijn knieën in het water terecht kwam rende zijn moeder er naar toe om hem
eruit te halen. Met het gevolg dat ook zij in het water belandde. Hetzelfde met
de meneer die toevallig voorbij kwam. Mijn vader, de held!J, heeft ze één voor één
met een touw uit het water getrokken. De jongen klom weer op hun boot en kwam
bij zijn vader uit. Die lachte en zei; “Wat
ben je toch een halve zool!” Met grote verbijstering hoorde ik het aan… Een
vader die zijn eigen zoon, met het syndroom van Down, een halve zool noemt… Ik
snapte er niks van!
En wat doen wij nu bij Siem?! We hebben veel bijnamen en
koosnamen voor hem. Van lieverd tot pannenkoek, van schetepeteet tot mafkees, van
grote vriend tot oliebol en van lieffie tot gespierde spijker. We gebruiken ze
vaak. Op momenten dat we smelten van verliefdheid, maar zeker ook op momenten
dat we hem wel achter het behang kunnen plakken… Wij zeggen het met een grote
lach en Siem lacht vriendelijk terug. Als je dan zijn koppie met die grote
glimlach ziet kan het niet anders dan dat frustraties en wanhoop als sneeuw
voor de zon verdwijnen. En zo houden we de boel positief en luchtig ook al
voelt de irritatie af en toe groot.
Maar wat wij mogen, mag een ander niet zomaar!! Ken je dat
gevoel? Dat je zelf best een pittige mening mag hebben over je partner, je vader/moeder
of je kind, maar als een ander diezelfde mening uitspreekt klinkt dat toch
anders… En neem je het vaak juist op voor je partner, je vader/moeder of je
kind.
Zo ook bij Siem... Als we bij een kinderboerderij bij een
aquarium (met een bordje dat je de vissen mag aaien) staan en Siem vrolijk met
zijn hand in het water spettert komt er een man bij staan. We kletsen even tot
hij zegt; “Die vissen zullen wel denken,
wat een halve gare!”
Na een pijnlijke stilte weet de man niet hoe snel hij verder
moet lopen...