Jorrit komt uit school en heeft een werkblad van de aardrijkskundeles
bij zich. De les gaat over beroepen. Op het blad wordt ook gevraagd of de
kinderen wel eens klusjes doen en wat ze dan doen. Jorrit heeft bij die vraag
ingevuld dat hij meehelpt met Siem. Slik, dat ziet hij als "klusjes"… dat doet pijn en komt
binnen…
De afgelopen jaren wilden we niet dat Jorrit “last” zou
hebben van een meervoudig gehandicapt broertje. Is dat ook gelukt dan? Nee,
niet helemaal zoals we zouden willen. Siem is veel ziek geweest wat ervoor
zorgde dat we regelmatig acuut moesten reageren. En tja, een ziekenhuisopname
van Siem had ook gevolgen voor Jorrit. Ja, Jorrit heeft wel moeten leren hoe om te gaan
met uitgestelde aandacht en ook was hij al jong behoorlijk zelfstandig. Maar
werkelijk in de praktijk helpen met de verzorging van Siem... nee dat vroegen we heel
bewust niet.
De afgelopen maanden ben ik daar anders over gaan denken. Bijvoorbeeld
als Jorrit en Siem samen aan tafel een boterham zitten te eten. Is het dan zo
erg dat ik Jorrit vraag om Siem een stukje brood te geven? En is het zo erg dat
ik Jorrit vraag het speelgoed van Siem op te ruimen terwijl ik Siem in bed leg
(zodat we daarna nog even tijd hebben voor een spelletje)?
Ontneem ik Jorrit nu het kind zijn? Kan hij dan nog wel op
een gezonde manier volwassen worden? Of leer ik hem juist dat het goed kan zijn
om een ander te helpen? Dat dat een fijn gevoel kan geven? Vergroot ik zijn
gevoel voor verantwoordelijkheid? Mag hij zo ook leren zijn grenzen aan te
geven? Dat is wel de achterliggende gedachte nu ik Jorrit wat vaker vraag te
helpen. Na het lezen van het ingevulde werkblad begin ik er weer over te
twijfelen. Ik moet er maar een nachtje over slapen…
De volgende dag komt het antwoord als vanzelf. Jorrit komt
enthousiast uit school en vertelt dat hij bij de taalles een blog heeft
geschreven over zijn leventje met Siem. Thuis gaat hij hem op de computer
typen. Een uur later laat hij mij met een trotse snoet zijn eerste blog lezen.
Ik
maak me om Jorrit in zijn rol als grote broer meteen veel minder zorgen. Volgens
mij heeft Siem een hele betrokken broer die zijn mening durft te geven, prima
zijn eigen weg weet te vinden en ook nog eens heel trots is op zijn kleine
broertje! Lees zelf maar…
Ik ben Jorrit (8 jaar)
mijn gezin bestaat uit : mijn moeder Nynke (37 jaar) mijn vader (42 jaar) en
mijn broertje Siem (6 jaar). Mijn
broertje Siem is gehandicapt, hij kan niet praten.
Siem begint al steeds meer ja te zeggen. Als we tegen hem
zeggen wil je tv kijken? of wil je buiten spelen? zegt hij ja of is hij heel opgewonden. Hij kan
goed laten merken wat hij wil. Nu zijn papa, ik en mama hem papa aan het leren. Zeg eens pa zeggen we dan op hoop dat hij het ook probeert.
Afgelopen weekend heb ik bij Siem op de kamer geslapen. Het
was erg leuk en gezellig (het samen naar bed gaan en het samen opstaan). S
avonds hadden we nog even gezellig gekletst tot we in slaap vielen.
Siem slaapt
beneden en daarom waren er een paar dingen anders. S avonds hoorden we papa en
mama tv kijken. En ´s ochtends… o nee
dat hoor ik gelukkig niet op mijn kamer. Tok, tok, tok, het waren de kippen!
Ik vind het van de ene kant wel fijn met Siem als broertje
maar van de andere kant niet. Want als Siem nou gezond was geweest dan hadden
we samen kunnen spelen dat kan nu ook wel maar dan anders. Maar ik kan wel bij
hem logeren. En ik ben als broer super trots op hem!