Een gesprekje tussen Jorrit en mij, zomaar op een
doordeweekse avond…
“Mam, ik was vandaag
verdrietig op school…”
“Och, hoe kwam dat?”
“Ik was verdrietig om
Siem… Alle broertjes en zusjes mochten met elkaar op de schoolfoto…”
“Had de juf het ook in
de gaten?”
“Nee de juf niet, daar
heb ik het niet aan laten merken… Maar de kinderen die vlak bij mij zitten hadden
het wel door. Ik zei dat ik zo graag zou willen dat Siem ook aan de deur kwam
om mij op te halen… Ze waren heel lief voor mij. Ze zeiden lieve dingen om mij
op te vrolijken en aaiden over mijn rug…”
“Wat fijn dat ze er zo
voor je waren! En ook knap van jou dat je ze vertelde wat je voelde…”
“Maar ja, het
verandert niks aan Siem…”
“Nee, dat klopt.”
“Ik vind het helemaal
niet leuk dat hij gehandicapt is. Het is voor niemand leuk.”
“Zou het voor Siem ook
niet leuk zijn?”
“Nee, het is toch niet
leuk als je niet kan praten. Je kan helemaal niet gemakkelijk duidelijk maken
wat je wil of denkt. Voor jullie is het ook niet leuk. Jullie hebben veel meer
werk om Siem te verzorgen. En voor mij… nou gewoon…”
“Brengt Siem ons ook
iets anders? Iets leuks of fijns?”
“Ja hij is wel grappig
en vaak vrolijk. Hij maakt veel plezier. Maar eerlijk is eerlijk… ik had liever
dat hij gewoon was.”
“Ik denk dat ik wel
snap wat je bedoelt. Ik zou dat ook liever hebben gehad. Maar ja, wanneer ben
je eigenlijk gewoon? Zo gewoon vind ik ons nou ook weer niet!”
“Nee eigenlijk
helemaal niet!” zegt Jorrit, ondertussen op zijn kop van de bank
afglijdend.
Wat fijn dat Jorrit zich vrij voelt om dit met anderen maar
zeker ook met ons te bespreken. Het zal niet altijd makkelijk en fijn voor hem
zijn, maar zolang we er gesprekjes zoals deze over kunnen voeren denk ik dat we
het zo gek nog niet doen…
Naar aanleiding van dit gesprekje besluiten Ralph en ik dat
het fijn zou zijn als Jorrit een dagje onze volledige aandacht kan hebben.
Jorrit heeft later in de week een studiedag en Ralph zorgt dat hij ook vrij is.
We willen Jorrit meenemen naar een pretpark. We beslissen dat Jorrit zelf mag
kiezen waar hij heen wil…
Zijn antwoord is:
“Naar een dierentuin, maar dan moet Siem wel mee!”
En dan weet ik het zeker… broederliefde is onvoorwaardelijk!